10 manieren om je online meeting energiek te starten!

1. Dilemma

 

Leg de deelnemers een dilemma voor.

Bijvoorbeeld:

Elke keer dat je in de supermarkt bent, moet je een pot bieten kapot gooien
óf

als je boodschappen doet, probeer je altijd af te dingen bij de kassa.

 

Of:
Als je jaloers bent, word je groen
óf
je ziet alles door een roze bril

 

Meer dilemma’s vind je op www.dilemmaopdinsdag.nl
(Let op: ze zijn niet allemaal even suitable for work)

2. Waar is…?

 

Ieders scherm ziet er anders uit in een online meeting. Voor jou zit je collega Bart boven je, voor een ander zit Bart links van haar.
Stel de vraag: 'Waar zit Bart?' en vraag iedereen te wijzen naar de plaats waar Bart zit ten opzichte van henzelf.

Tot ongeveer 10 deelnemers kun je iedereen noemen. Houd het tempo erin.

​
 

3. Show and tell

 

Vraag iedereen om een voorwerp te pakken dat binnen handbereik ligt en daar vervolgens kort iets over te vertellen.

​
 

4. Boggle

 

Pak allemaal pen en papier.

Vraag iedere deelnemer om een letter op te schrijven en die in beeld te houden. 

Geef iedereen 1 of 2 minuten de tijd om zoveel mogelijk woorden te maken met de letters.

Vraag dan wie de meeste woorden heeft. Die persoon leest zijn woorden voor. Vraag dan wie nog andere of langere woorden gevonden heeft.

​
 

5. Zoektocht

 

Geef alle deelnemers de opdracht om in hun huis op zoek te gaan naar voorwerpen, bijvoorbeeld zoek:

• drie verschillende kleuren pennen of

• 5 rollen wcpapier of

• twee stuks fruit

 

Wie het eerst terug is met de goede voorwerpen wint.

​
 

6. Dansen

 

Zet een lekker muziekje op en vraag iedereen om 1 dansmove te bedenken.
Leer elkaar de (korte, eenvoudige) dansmove, zet ze achter elkaar en voila: je hebt een eigen teamdans!

​
 

7. Fotoachtergrond
 

Iedereen stelt een persoonlijke foto in als achtergrond, bijvoorbeeld een vakantiefoto of een foto van een huisdier. 

Laat iedereen kort iets persoonlijks vertellen bij de foto.

​
 

8. Speeddate break-out rooms

 

Dit is een goede start voor groepen waar nog niet iedereen elkaar kent.

Verdeel de deelnemers in break-outrooms en laat ze in 1 minuut zoveel mogelijk dingen ontdekken die ze gemeenschappelijk hebben.
Na een minuut wissel je de break-outrooms.

Houd het tempo erin en probeer zoveel mogelijk combinaties te maken.

​
 

9. Wat zit daar in?

 

Vraag een deelnemer om een lege doos of bak te pakken en daar een voorwerp in te doen. Vraag de deelnemer vervolgens om het object zo gedetailleerd mogelijk te beschrijven. Hij mag ook iets heel anders beschrijven.De andere deelnemers stemmen vervolgens of ze denken dat hij de waarheid sprak of niet.

10. Wat eten we vandaag?

 

Een deelnemer noemt één voor één de ingrediënten van een gerecht.

Zodra een andere deelnemer denkt te weten welk gerecht het is, schrijft hij het in de chat.

Bijvoorbeeld: 

Ui

Tomaat

Kaas

Basilicum

Deeg

= pizza!

​

​